Leg de bloem in een bergje op een houten of een glad oppervlak en maak met uw vingers een kuiltje in het midden.

Breek de eieren een voor een in het kuiltje.

Roer de eieren voorzichtig met een vork tot de dooiers en de witten gelijkmatig gemengd zijn.

Werk de bloem van de binnenkant van het kuiltje langzaamaan door het ei tot het niet meer vloeibaar is. Zorg dat het muurtje van de bloem niet kapotgaat.

Deze fase moet snel en zonder aarzelen verlopen, anders verliest u een deel van het ei. Dek met beide handen het eimengsel volledig af met de rest van de bloem.

Begin de massa met uw handen te bewerken tot alle bloem met de eieren gemengd is. Stel vast of u meer bloem nodig hebt: het deeg moet vochtig aanvoelen maar mag niet kleven. Als het de juiste consistentie heeft, verpak het deeg dan in plastic folie.

Schraap al het achtergebleven deeg van het werkoppervlak en was uw handen grondig. Haal het deeg uit de folie en begin het te kneden. Houd het deeg met één hand vast en vouw het met de vingers van de andere hand dubbel. Druk het deeg dan plat en draai het deeg een kwartdraai.

Ga daarmee door tot het deeg gelijkmatig en heel glad is. Verpak het deeg in folie en doe het minstens 20′ in de koelkast.

Snij het deeg in minstens acht stukken. (Dit zijn 2 stukken per ei). Plet ieder stuk met uw vingers.

Haal nu het eerste stukje deeg door de machine op de wijdste stand. Pak het deeg vast zodra het eruit komt, maar trek er niet in.

Vouw vervolgens het stukje deeg in drieën, draai het zo dat de vouwen aan de zijkant liggen en haal het opnieuw door de machine; Herhaal dit een keer of vier, tot het deeg heel glad is.

Herhaal deze en de vorige stap voor de andere stukjes deeg.

Zet de walsen een gaatje smaller. Haal alle stukken er één keer door. Zet de walsen opnieuw een gaatje smaller en herhaal dit proces. Ga op die manier door tot alle stukken tot stand 6 door de machine zijn gegaan.

 Snij eventueel de vellen in de lengte in stukken als ze te lang worden.

Breng een kom met minstens 4 liter water aan de kook. Als het water kookt, doe er een snuifje zout in. Doe dan per keer 3 vellen in het water. Laat een 30-tal seconden koken en haal dan de vellen eruit. Spoel ze af onder stromen koud water en leg dan op keukenhanddoeken.