Breng de bouillon aan de kook. Laat dan op een laag vuurtje staan tot hij net nog beweegt.
Smelt de boter in een pan met dikke bodem en doe de ui erbij. Smoor hem zachtjes tot hij glazig, maar niet gekleurd is (ongeveer 5 minuten).
Doe de rijst erbij en roer goed zodat alle korrels met de boter bedekt zijn. Laat even roosteren. Als alle korrels goed heet zijn kun je de wijn toevoegen. Laat de wijn volledig verdampen tot ui en rijst droog zijn.
Voeg nu de bouillon toe, een of twee pollepels per keer. Roer daarbij voortdurend over de bodem van de pan met een houten lepel. Doe met de eerste pollepel ook de tomatenpuree in de pan. Als de bouillon volledig opgenomen is, kun je volgende lepel toevoegen, enz.
Ga op deze manier 14 minuten door. Doe er tegen het einde steeds wat minder bouillon bij om te voorkomen dat de rijst te nat wordt. De rijst is klaar als de korrels gaar zijn, maar in het midden nog al dente zijn.
Neem de pan van het vuur en laat 1 minuut rusten.
Meng voor de mantecatura met een houten lepel de blokjes boter beetje bij beetje door de rijst. Schud daarbij de pan flink heen en weer.
Kruid de langoustines met peper en zout en bak ze snel aan in 2 eetlepels olie.
Doe de langoustines met het citroensap bij de risotto.
Doe de peterselie erbij en dien op, eventueel gegarneerd met enkele langoustinekoppen.Indien de risotto nog te stevig is, doe er dan vlak voor het opdienen een beetje hete bouillon bij.