Pel de garnalen
Laat de gelatineblaadjes weken in koud water.
Doe de garnaalkoppen in de melk en laat die koken. Laat even trekken. Giet dan door een zeef.
Smelt de boter in een pan en voeg er anderhalve keer zoveel gram bloem bij. Laat nu een 4-tal minuten op een laag vuur staan zodat de bloemsmaak verdwijnt. Laat de bloem NIET bruin worden. Voeg dan de melk toe onder voortdurend roeren. Laat verder koken tot dikke (béchamel)saus.
Doe nu de saus van het vuur af en doe de uitgeknepen gelatine bij de saus. Roer even.
Doe nu de garnalen en de kaas bij de saus en meng goed.
Kruid met pezo, cayennepeper wat citroensap.
Doe het mengsel in een met een beetje olie ingesmeerde schotel zodanig dat het mengsel uitgesmeerd wordt met een hoogte van 2,5 cm.
Laat minstens een nacht afkoelen in de frigo. Bedek met doorzichtige folie als het mengsel afgekoeld is.
Snij het mengsel (wanneer koud) in rechthoeken van 10 op 2,5 cm.
Klop eieren op met wat water.
Haal nu ieder rechthoekje eerst door de bloem, dan door de losgeklopte eieren, tenslotte door het paneermeel.
Paneer een tweede keer: Haal de kroketten opnieuw door de eieren en het paneermeel.
Laat nog minstens 1/2 uur in frigo.