Trek de harde buitenste bladeren weg, snij de harde steel weg en breek de romanesco of broccoli in kleine bloemetjes.
Breng een grote pan water aan de kook, voeg zout toe en roer de roosjes erdoor. Kook tot de kool gaar is.
Verhit ondertussen de olijfolie in een grote koekenpan, voeg de knoflook en chili toe en kook zachtjes tot de look licht goudkleurig en geurig is. Laat de knoflook niet bruin worden, anders wordt de knoflook bitter. Verwijder de knoflook.
Wanneer de kool gaar is, gebruik een schuimspa om de roosjes in de koekenpan te scheppen.
Breng hetzelfde water dat je gebruikt hebt om de romanesco te koken snel weer aan de kook en voeg de pasta toe. Laat koken tot bijna gaar.
Terwijl de pasta aan het koken is, roer je in de koekenpan tot elke stronkje romanesco (of brocolli) glinstert. Voeg zout toe, roer opnieuw en pureer de roosjes voorzichtig met de achterkant van een houten lepel zodat ze breken.
Wanneer de pasta beetgaar is, breng die dan over met de schuimspa in de pan met de kool.
Voeg de helft van de Parmezaanse kaas toe en roer krachtig zodat de pasta, kool en kaas goed mengen.
Onmiddellijk serveren met de rest van de kaas.